
Mira
Mijn naam is Mira Regensburg en ik dans sinds 2001 bij Kuwung Kuwung. Ik ben van Indische komaf, mijn vader is geboren in Soerabaja en kwam in 1953 met de SS Waterman naar Nederland. Met het beoefenen van de Javaanse danskunst breng ik mijn Indische roots tot leven.
Ik weet nog goed dat ik een traditionele dansvoorstelling bezocht op Java en intens voelde dat ik hier iets mee moést doen. De gamelanmuziek en dansbewegingen raakten mij diep. Eenmaal terug in Nederland mocht ik zèlf de Javaanse dansen leren van dr. Clara Brakel en ik ben sindsdien nooit meer gestopt met dansen. Ik hou van alle dansen, maar van de Retnah tinanding nog het meest. Wat een prachtig gestyleerde strijd tussen twee rivaliserende prinsessen met gelukkig een vreedzaam einde.
Ik ben blij en dankbaar deel uit te maken van deze groep gepassioneerde danseressen om samen de Javaanse danskunst uit te kunnen blijven dragen.
Ginny
Mijn naam is Ginny Andreas en ik dans sinds 2008 bij de dansgroep. Ook ik ben van Indische afkomst. Met het dansen houd ik mijn Indische roots in ere.
Ik kwam via mijn opleiding Archeologie van Zuidoost-Azië veel in contact met studenten van de Indonesische Faculteit en zo ook met Clara Brakel. Ze werd gevraagd om studenten les te geven in de Javaanse Hofdans en vervolgens zouden wij optreden tijdens een jubileumviering van de PPI (studievereniging Indonesische Talen en Culturen). Deze beginnersdans die we leerden vond ik magisch. Ik besloot dan ook om te blijven dansen. We hebben altijd optredens kunnen geven op mooie locaties in kleurrijke kostuums. Mijn favoriete dansen zijn de Gambyong omdat deze vrolijk is en de Retno Tinanding, maar ook een Srimpi dans is heerlijk om te dansen. Javaanse hofdans is voor mij bewegen in meditatie.
Marieke
Ik ben Marieke, sinds een aantal jaar bioloog en al sinds mijn vijfde danseres. Ik ben begonnen met klassiek ballet; na een bezoekje aan een balletvoorstelling was ik verkocht. Op een gegeven moment ben ik overgestapt naar hiphop en modern ballet. Dans heeft me altijd al aangesproken, en er zijn zoveel bijzondere dansvormen dat het soms lastig kiezen is.
Tijdens een internationaal bal, georganiseerd door een studiegenoot van biologie, kwam ik in aanraking met de Javaanse hofdans en een aantal jaar later oefende ik mee in de groep Kuwung-kuwung II. Dit doe ik nu sinds 2019, maar ik heb het idee dat ik nog maar het topje van de ijsberg van de Javaanse dans ken.
Mijn favoriete dans is de Anjasmara, door de vrolijke muziek en het leuke verhaal wat erachter zit.
Mady
Ik ben Mady en ben een creatief veelzijdig mensen-mens. Als ik de Javaanse Hofdanskunst mag omschrijven in een paar kernwoorden: fascinatie, magie, concentratie en discipline.
Van 1978-1983 was er op de middelbare school een project om leerlingen kennis te laten maken met de Indonesische cultuur. Een vriendin spoorde mij aan, om samen Javaanse Hofdans les te volgen bij lerares Clara Brakel. Toen die vriendin besloot te gaan tennissen, was ik verknocht aan het dansen. De verrassend succesvolle optredens voelden altijd als “de kroon op al het werk”.
Het project werd afgerond en ieder zijn eigen weg. De wegen van Clara en mij kruisten zich bijna 30 jaar later bij een bushalte in Voorburg. In 2012 ging ik - als herintreedster- weer dansen.
Mijn favoriete dansen zijn de Gambyong en de Srimpi Gandakusuma en zijn totaal verschillend ten opzichte van elkaar; de ene frivool en de ander heel gestileerd.
Winnie
Toen ik 12 jaar was, begon ik me meer te interesseren voor mijn Indische achtergrond. Het besef kwam dat er bij ons thuis toch wel bijzonder vaak nasi goreng werd gegeten, bamisoep altijd voorradig was, er rozenstroop werd gedronken en wierook werd gebrand voor de gezelligheid. Ook merkte ik dat mijn vingers veel flexibeler waren dan die van mijn vriendinnetjes. Dit alles was voor mij de aanleiding om te starten met een zoektocht naar mijn roots, via klassiek Javaanse dans.
Mijn hoogtepunten waren optredens bij de Pasar Malam Besar in Den Haag en in de tuin van de Indonesische ambassade op 17 augustus tijdens de onafhankelijkheidsdag. Ik heb warme herinneringen aan de dansen voor onder andere Indische ouderen in Haagse verzorgingshuizen en het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen in Bronbeek in Arnhem.
In 2010 kreeg ik van de Indonesische ambassade een beurs om in Java, Surakarta, te dansen aan de kunstacademie. Mijn lievelingsdans is de Gambir Anom. Deze dans in putra alus-stijl wordt beïnvloed door het wayangpoppenspel, wat te zien is aan het kostuum én de bewegingen als een wayangpop. Het vertelt het verhaal van Irawan, de zoon van poppenspeler Arjuna, die verliefd is en zich klaarmaakt om zijn geliefde te ontmoeten. De bewegingen zijn sierlijk en beelden uit hoe ik me klaarmaak, me opmaak en me voorbereidt. Zo is er de beweging “haren kammen”, “kroon opdoen” en “teleurstelling”.